De Wild Roos komt in bijna heel Europa, Noord-Afrika, West- en Noord-Azië voor. In Nederland wordt hij ook wel hondsroos genoemd. Hij behoort tot de rozenfamilie, de rosaceae. De naam is afgeleid van het Latijnse canis (hond) vanwege de vermeende werking tegen hondsdolheid. De struik heeft veel doornen. Als haagplant groeit hij zowel langs wegen en dijken als in de duinen. De bloemen hebben een hardroze kleur met een witgoudgeel hart. De vruchten kleuren helrood. Het is een plant die snel verwildert en moet daarom vaak gesnoeid worden. De struiken worden tot 3 meter hoog. De plant is egocentrisch, woekert erg en neemt alle ruimte in.
Behoort tot groep | 2 – Onzekerheid |
Latijnse naam | Rosa canina |
Nederlandse naam | Hondsroos |
Doel | Nieuwe interesse te krijgen voor het leven, flexibiliteit en innerlijke vrijheid. |
Aanbevelingen | Nieuwe dingen onderzoeken en uitproberen, verdieping in reïncarnatie. |
Positief | Belangstelling en actieve motivatie |
Negatief | Onverschillige berusting |
Chemische stoffen | Slijmstoffen, bitterstoffen, looistoffen, kalk, zeer veel vitamine C, etherische oliën, fruitzuren, pectine en caroteen. |
Chakra | Zesde chakra, derde oog |
Bach-remedie | Berusting en innerlijke overgave is het beeld van de hondsroos. Niets in het leven heeft nog zin, je laat alles over je kant gaan. Apathisch berust je in het lot. De belangstelling voor het leven verdwijnt langzaam. Het sterke verlangen naar de dood is gewoon. Het is als een kaars, die steeds minder zuurstof krijgt en uiteindelijk dooft. Het is de overtuiging dat er aan een ziekte niets meer veranderd kan worden, een zelfgeschreven doodsvonnis. Men legt het hoofd in de schoot en wacht af wat er komen gaat! |
Astrologisch |